uitbreiden (groter maken)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Zij had de voorbije jaren het assortiment fors uitgebreid.

In 1948 werd het pand verder uitgebreid in dezelfde stijl.

Hij denkt erover zijn zaak uit te breiden.

Tot op hoge leeftijd blijven mensen hun woordenschat uitbreiden. '

En met de jaren breidde hij zijn netwerk uit.

De directie zal worden uitgebreid van vier naar vijf mensen.

En Marqt heeft zijn assortiment flink uitgebreid, vooral met biologische en glutenvrije producten.

We proberen op verschillende manieren het aanbod uit te breiden.

Sommige provincies en gemeentebesturen breiden dit pakket nog verder uit.

Die mogelijkheid wordt nu wellicht uitgebreid naar alle verzekerden.

Het huidige areaal aan bloembollen wordt niet verder uitgebreid.

De basistechnieken worden nu verder ingeoefend en uitgebreid.

Weinig omstreden is het voorstel de politie uit te breiden.

Door het succes wordt de actie dit jaar uitgebreid naar een dertigtal sites.

Dat systeem wordt nu uitgebreid naar de hele stad.

Die zijn nodig om het domein uit te breiden.

We hebben plannen om ons aanbod uit te breiden.

Vanaf 2017 wordt de richtlijn uitgebreid naar sociale media.

De bedoeling is om het centrum gaandeweg fors uit te breiden.

In april 2011 werd deze dienst uitgebreid naar Breda.

Het traject wordt uitgebreid naar een dubbel spoor.

Binnenkort hoopt ze haar studio verder uit te kunnen breiden.

Hij wil zijn voorstel nu uitbreiden naar álle overheidsgerelateerde organisaties in de energiesector.

Deze lijst kan nog veel verder uitgebreid en nader gespecificeerd worden.

Het aantal behandelplaatsen zou hierdoor worden uitgebreid van driehonderd naar duizend.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bank

bedrijf

boer

eigenaar

gemeente

land

mens

minister

organisatie

overheid

(6 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aanbod

aantal

activiteit

bevoegdheid

capaciteit

invloed

lijst

macht

mogelijkheid

netwerk

(2 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

aanzienlijk

flink

fors

geleidelijk

gevoelig

snel

verder

weer

prepositiegroep

met:

hectare

land

lid

meter

miljoen

plaats

naar:

land

rest

sector

stad

in:

...

tot:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij uitbreiden?

gaan

kunnen

moeten

mogen

willen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met uitbreiden?

aanpassen

moderniseren

verbeteren

vernieuwen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.